Na de uitschakeling van Juventus in de Europa League door Benfica worden de Italianen door de Portugezen ingehaald op de UEFA-ranking. Het Italiaanse voetbal stond er sinds 1984 niet meer zo slecht voor.
Jarenlang domineerden de Italianen het Europese clubvoetbal. Het Milan van Paolo Maldini, Franco Baresi, Roberto Donadoni, Alessandro Costacurta en de Nederlanders Ruud Gullit, Frank Rijkaard en Marco van Basten reeg eind jaren tachtig en begin jaren negentig de successen aaneen.
In de jaren negentig haalde zeven van de tien keer een Italiaanse club de finale van de Europa Cup I/Champions League. Tussen 1986 en 1999 stonden de Italianen onbereikbaar en onafgebroken bovenaan op de ranglijst voor clubvoetbal van de UEFA.
Verval
Maar sinds Inter in 2010 de Champions League won, bevindt het Italiaanse voetbal zich in een vlucht naar beneden. Het Italiaanse spel, bekend om zijn ‘catenaccio’, tactische vernuft en winnaarsmentaliteit, heeft geen antwoord op het snelle powervoetbal van clubs als Real Madrid, Bayern München en FC Barcelona.
Daarbij zorgde een nieuw omkoopschandaal, al veertig jaar een terugkerend fenomeen in Italië, voor een verdere verslechtering van de reputatie van de Serie A waar lege stadions pijn doen aan de ogen van een voetballiefhebber.
Dieptepunt
AC Milan wist dit seizoen een absoluut dieptepunt op het nippertje te voorkomen door dankzij een gelijkspel tegen Ajax de achtste finale van de Champions League te halen. Sinds het ontstaan van het miljoenenbal in 1992 waren de Italianen er altijd bij in de knock-out-fase. Maar verder dan de achtste finale kwam Milan niet.
Juventus had de eer dit seizoen nog kunnen redden door de finale van de Europa League te halen. Maar de Oude Dame faalde jammerlijk in een tweestrijd tegen Benfica.
De Portugezen zullen na de Europa League-finale de vierde plek van de Italianen innemen en daarmee komt de val nog niet ten einde: Italië voelt de hete adem van Frankrijk en Rusland in de nek.