Als we de Amsterdamse wethouder Bouwen en Wonen moeten geloven, Laurens Ivens van de SP, heersen op de Amsterdamse huizenmarkt ‘negentiende-eeuwse toestanden’. Zou het echt?
Update: Wethouder Laurens Ivens laat Elsevier Weekblad weten de uitdrukking ‘negentiende eeuwse toestanden’ in de betreffende uitzending van Nieuwsuur niet in de mond te hebben genomen. Dit blijkt te kloppen. Het betreffende citaat in het commentaar van Elsevier Weekblad was gebaseerd op het nieuwsbericht op de site van Nieuwsuur waarin die woorden aan de wethouder worden toegeschreven. Abusievelijk, zoals nu blijkt. Onze excuses aan de wethouder en de lezers voor het misverstand.
Misschien moet Ivens zijn mond maar een beetje gaan spoelen om dat hardcore marxistische jargon kwijt te raken. Want waar gaat het helemaal over? Nou, over het feit dat de nodige Amsterdammers met kinderen die een huis huren in de sociale sector, te krap behuisd zijn.
Verhuizen naar een groter huis zit er (althans binnen Amsterdam) niet in. Want een huis in de vrije sector kunnen ze niet betalen – en dat zal er normaliter ook wel niet meer van komen, gezien de ontwikkeling van de huizenprijzen in de hoofdstad.
Lees eens een boek over de 19de eeuw, wethouder!
Verhuizen naar een grotere huurwoning in de sociale sector zit er ook niet in, want die komen bijna niet vrij. En als ze er zijn, zijn er lange wachtlijsten.
Tja. Vervelend, héél vervelend. Niemand slaapt graag permanent in de huiskamer. Vervelend ook, voor een socialistische wethouder, dat niemand nog koud of warm wordt van termen als ‘tweedeling’. Te vaak gehoord.
Maar om dan nou meteen maar aan te komen met ‘negentiende- eeuwse toestanden‘? Dat is echt stuitende extreem-linkse retoriek. Misschien moet de wethouder eens Koninkrijk vol sloppen van historicus Auke van der Woud gaan lezen en zich dan in een hoekje gaan schamen. Dát, meneer Ivens, zijn negentiende-eeuwse toestanden. U kent de sociale geschiedenis van uw stad echt héél slecht.
Zijn mensen niet zelf ook verantwoordelijk?
Wat ook irriteert, is dat de wethouder het meteen weer ziet als een enorm probleem – bij wijze van spreken een nieuwe ‘sociale kwestie’ – dat natúúrlijk meteen door de lokale overheid moet worden opgelost. De helft van het woningaanbod in Amsterdam ís al sociale sector. Dat is blijkbaar nog niet genoeg.
Maar de overheid hoeft toch niet álles op te lossen? Mensen kunnen toch ook zélf proberen zich te verbeteren – door allebei te gaan werken, door méér te gaan werken, door een avondstudie te gaan doen en daardoor een betere, en dus beter betaalde baan te krijgen en dus meer geld voor een groter huis?
Maar helaas. In het socialistische woordenboek van de SP komt het woord zelfverheffing niet meer voor.