Is Nederland straks verplicht jihadgezinnen terug te halen?

Een Iraakse vluchteling in het kamp al-Hol in Syrië - AFP

Nederland is straks mogelijk verplicht om jihadkinderen uit IS-gebied terug te halen. In België heeft een advocaat via de rechter afgedwongen dat de staat zich op alle mogelijke manieren moet inspannen om zes kinderen en twee Belgische IS-strijders te repatriëren.

Dat besloot de kortgedingrechter woensdag. Het gaat om de 26-jarige Tatiana Wielandt en haar 25-jarige schoonzus Bouchra Abouallal en hun zes kinderen. Zij verblijven op dit moment in het Koerdische kamp al-Hol.

Locatie van het kamp in Syrië: 

Volgens de uitspraak is de Belgische staat verplicht ‘om alle noodzakelijke en mogelijke maatregelen te nemen om de zes minderjarige kinderen en hun moeders vanuit Syrië te kunnen laten reizen naar België’. Kosten noch moeite mogen daarbij worden gespaard. Het land moet diplomatiek personeel inschakelen en afspraken maken met de lokale autoriteiten om ervoor te zorgen dat de benodigde administratieve, reis- en identiteitsdocumenten worden bezorgd bij de moeders en hun kinderen.

Nederlanders in Raqqa wisten waarvoor ze kozen, schreef Nikki Sterkenburg eerder

Dat is nog niet alles, de hele operatie moet binnen veertig dagen geregeld zijn. ‘Zo niet, dan moet de staat een dwangsom betalen van 5.000 euro per dag vertraging en per kind, tot een maximum van 1 miljoen euro,’ aldus de kortgedingrechter. Bij aankomst in België worden de kinderen opgevangen door de autoriteiten, de vrouwen gaan de gevangenis in.

De Belgische staat kan nog in beroep gaan tegen de uitspraak.

Niet de eerste keer

De uitspraak is opvallend omdat het al de tweede keer is dat een rechter zich uitspreekt over deze zaak. In juli oordeelden rechters dat België op grond van het Kinderrechtenverdrag weliswaar de morele plicht heeft om zich het lot van de kinderen aan te trekken, maar geen rechtsmacht heeft in Syrië en daarom niet kan worden verplicht om ze te repatriëren. Op basis van artikel 3 uit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens oordeelde de kortgedingrechter woensdag toch anders.

Mogelijk biedt dit jurisprudentie en kunnen Nederlandse jihadisten in Syrië op dezelfde manier hun gelijk halen via de rechter.

Andere route via de rechter

In juli van dit jaar werd al duidelijk dat al zeker elf Nederlandse IS-vrouwen gebruikmaken van een andere truc om naar ons land terug te kunnen keren. Dat werkt zo: via hun advocaat vragen de vrouwen aan een Nederlandse rechter om hen vast te zetten. Justitie pakt dat op en legt dan bij de Koerdische autoriteiten een bevel om gevangenneming neer. Die hebben het voor het zeggen in de Noord-Syrische kampen waar de vrouwen vastzitten.

De volgende stap is dat de Koerden de vrouw naar de Nederlandse ambassade brengen. Het kabinet wil immers dat Syriëgangers op eigen kracht de ambassade bereiken. De ambassade zorgt ervoor dat de vrouw naar Nederland wordt overgebracht voor berechting.

En het werkt: in drie gevallen zijn de Koerdische autoriteiten al benaderd door het Openbaar Ministerie in Nederland met een bevel tot gevangenneming. In de andere gevallen worden voorbereidingen getroffen om dezelfde route te volgen. In alle zaken zijn het de vrouwen zelf die via hun advocaten in Nederland hebben gevraagd om hun aanhouding.

‘Dit loopt uit de hand’

‘Regering moet hiertegen in beroep gaan. Anders loopt dit uit de hand,’ schreef demissionair staatssecretaris van Asiel en Migratie Theo Francken op Twitter. ‘De bevolking wrijft zich in de ogen, jihadi’s met kinderen wrijven zich in de handen.’

Journalist Jens Franssen, die de vrouwen sprak in Syrië, wijst op het potentiële gevaar:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een week geleden verplichtte een Belgische rechter in een kort geding de overheid ook al om reisdocumenten te bezorgen bij de twee kinderen van een andere gevangengenomen Syriëstrijdster, zodat zij naar België kunnen terugkeren. Toen ging het alleen over de kinderen, niet over een van hun ouders.

Ditmaal vond de rechter de beslissing van de regering om alleen de kinderen over te brengen ‘een onmenselijke of vernederende straf voor de kinderen en schending van artikel 3 van het Mensenrechtenverdrag’.

In de opvangkampen verblijven ook zo’n 175 kinderen met een of twee Nederlandse ouders. Het kabinet liet eerder weten niet van plan te zijn om die kinderen terug te halen.

Lees ook de column van Afshin Ellian: Jihadkinderen stellen Nederland voor duivels dilemma

Vrouwen maakten keuzes bewust

Een uitgebreidere kijk op het leven van Wielandt en Abouallal leert dat het hier niet om naïeve vrouwen gaat, maar dat de twee heel bewust kozen voor een leven in IS-gebied.

De Antwerpse Wielandt komt voor het eerst in beeld in 2012 als een van de weinige autochtone volgelingen van de verboden moslimorganisatie Sharia4Belgium. Aan haar radicalisering op jonge leeftijd is een relatie met Noureddine Abouallal voorafgegaan, het kopstuk van de organisatie.

Haar moeder moet lijdzaam toezien hoe Wielandt rondloopt in een burqa en in 2011 de geboorte van haar zoon Mujahid (Arabisch voor ‘strijder’) aankondigt in een geboortekaartje met daarop een moslimkrijger met een mitrailleur.

Verkeerd vriendje na vakantie in Marokko

Wielandt groeide op als een doodgewone tiener. Ze wil apotheker worden en begint aan een studie farmacie vlak voordat ze Abouallal ontmoet. Die ontmoeting is niet geheel toevallig. Vanaf haar veertiende laten haar ouders haar vier zomers achter elkaar met vakantie naar Marokko gaan, samen met de Marokkaanse familie van haar beste vriendinnetje. Dat vriendinnetje is Bouchra Abouallal, de zus van Noureddine.

Vanaf haar achttiende gaat het snel bergafwaarts. Op haar negentiende trouwt ze met Abouallal. Hij radicaliseert: hij laat een baard groeien en begint lange gewaden te dragen. Contact met haar ouders heeft Wielandt vrijwel niet meer, ze stopt met haar studie en mannen mogen niet meer over de vloer komen. Haar eigen vader dus ook niet.

Kinderombudsman Margrite Kalverboer riep de Nederlandse regering op jihadkinderen terug te halen. Kinderlijk naïef, schreef Philip van Tijn

In december 2012 reizen Bouchra Abouallal en Wielandt af naar het kalifaat. Noureddine, die door het leven gaat als Abu Mujahid, sluit zich aan bij Al Nusra, de Syrische afdeling van Al-Qa’ida. Na amper een half jaar, in juli 2013, wordt hij in de buurt van Aleppo doodgeschoten. Hun zoontje is op dat moment twee jaar.

Wel gebruikmaken van Belgische zorg

In 2014 willen Wielandt – hoogzwanger – en haar schoonzus, die gewond is aan haar schouder door een bombardement, terugkeren om gebruik te maken van de Belgische medische zorg. Met hulp van de Belgische politie en met de belofte dat ze zullen breken met het geloof slagen ze erin om terug te keren. Eenmaal in België worden ze ondervraagd en vrijgelaten.

Wielandt bevalt bij haar schoonmoeder van een zoon en geeft hem de naam Shahid, Arabisch voor ‘martelaar’. Dat de belofte van de vrouwen weinig voorstelt blijkt als de vrouwen meteen daarna terugkeren naar het front in Syrië waar ze vermoedelijk ‘drie à vier keer’ hertrouwen. Wielandt kreeg daar een kind van een inmiddels gesneuvelde Nederlandse strijder: Abdulrahman Al Shamri.

Omdat ze door het leven gaan als ‘vrouw van martelaar’ hebben ze een speciale plaats in de samenleving die hun aanzien, geld, voedsel en onderdak oplevert. Ook hun kinderen genieten een speciale status.

In juni 2018 worden Wielandt en Abdouallal bij verstek veroordeeld tot vijf jaar cel voor hun deelname aan de activiteiten van een terroristische groep. Dat weerhoudt de vrouwen er niet van een advocaat in de arm te nemen en om via de rechter de Belgische staat te dwingen zich voor hun in te spannen.

Kan dit ook in Nederland?

Jihad-onderzoeker Montasser AlDe’emeh wees in een interview in het Belgische weekblad Humo in mei al op de gevaren van het terughalen van de vrouwen.’Het zijn niet zomaar geradicaliseerde vrouwen. Ze zijn IS-vrouwen, die jarenlang actief mee het radicaal-jihadistische gedachtegoed hebben verspreid. Ze verheerlijkten de aanslagen in Brussel en Parijs.’

Ook zouden de twee veelvuldig IS-strijders hebben geronseld en hebben aangegeven dat zij hun kinderen als IS-soldaten willen inzetten, zegt AlDe’emeh. ‘Ik heb nog verschillende keren met Abouallal gesproken toen ze terug in Syrië was. Uit niets bleek dat ze haar radicale gedachtegoed had afgezworen. Ik heb berichten gezien waarin ze Belgische meisjes aansporen om naar het zogenaamde kalifaat te komen. Dan keren ze even terug naar België om van onze voorzieningen te profiteren, om vervolgens opnieuw vrijwillig naar oorlogsgebied te trekken en van daaruit de oorlog aan onze samenleving te verklaren. Je kan zulke figuren toch niet zonder debat of tegenspraak naar België overvliegen? Dit gaat over de veiligheid van ons land.’