Zo breek je door als beginnend filmmaker

26 januari 2018Leestijd: 4 minuten
Ethan Hawke tijdens de première van Blaze op het Sundance Festival - foto: AFP

Net als veel onafhankelijke filmmakers is debutant Ethan Hawke (47) dolgelukkig op het cruciale Sundance Filmfestival.

Overeind blijven op de ijzige trottoirs van Main Street valt niet mee vandaag. In donsjacks weggedoken staren filmliefhebbers omlaag, schuifelend naar hun volgende bioscoopscreening. Met als risico dat ze niet alleen de fonkelende, besneeuwde bergtoppen missen, maar ook Ethan Hawke. De acteur (onder meer bekend van Boyhood uit 2014) is voor het eerst ook de regisseur van een filmdrama, Blaze. Het meeslepende portret van country-zanger Blaze Foley gaat in première op het Sundance filmfestival in Park City, Utah.

Inside Hollywood Diederik van Hoogstraten (1969) is lid van de Hollywood Foreign Press Association in Hollywood en stemt voor de Golden Globes. Hij bespreekt op deze plek elke week nieuwe films en series.

Diederik van Hoogstraten en Ethan Hawke

Hopen op distributiedeal

Hawke is in het skioord om zijn film aan de man te brengen. Letterlijk. Niet alleen zijn bezoekers van Sundance de eersten die Blaze zien, ook hoopt Hawke dat de film wordt aangekocht voor distributie in en buiten de Verenigde Staten. Of dat lukt? Vermoedelijk zal Netflix of Amazon een paar miljoen dollar neertellen voor de verspreiding van het lekkere muziekdrama. De film was een hit op het festival, maar een ‘distributiedeal’ – het doel van filmmakers die hier neerstrijken – is er nog niet voor Blaze.

‘Zo’n soort film zal waarschijnlijk meer opwinding veroorzaken op Sundance dan erbuiten,’ schreef entertainmentvakblad Variety in een overigens positieve recensie na de première, waar Hawke en zijn acteurs een staande ovatie kregen.

Kan zijn, zegt Hawke wanneer we hem spreken in één van de ‘pers-lounges’ aan Main Street. Als hij maar liefhebbers bereikt. ‘Mijn doel is niet om de massa’s in de megabioscopen aan te spreken,’ zegt de acteur/regisseur, een verfrissend gewone, eerlijke man. Een Hollywoodproductie met grote namen en een ruim budget, zoals zijn western The Magnificent Seven (2016), is natuurlijk leuk, maar het echte werk ontstaat kleinschalig – uit liefde, zonder winstmotief.

Eerste keer te zien

‘Het woord amateur heeft een negatieve bijklank. Maar het betekent: niet voor geld. Net als de Olympische Spelen. Je doet iets omdat het kan, om te kijken óf het kan,’ zegt Hawke. Is dat je houding, dan is Sundance het summum, voegt hij toe. Anders dan op de festivals in Cannes, Berlin of Toronto zijn marginale films er voor het eerst te zien. En ze gaan vaak over ongewone onderwerpen – dit jaar: de ‘bekering’ van gay jongeren in de aangrijpende The Miseducation of Cameron Post, de troebelen van een tienermeisje in het fijne Eight Grade en de geloofscrisis van een dominee in het meesterlijke Come Sunday. ‘Ik wilde een country-and-western opera maken,’ zegt Hawke. ‘Als dát je doel is, dan nader je het paradijs als je gekozen wordt voor een vertoning op Sundance.’

Maar het zijn niet alleen alternatieve creatievelingen die het pittoreske wintersportplaatsje bevolken in januari. Ook voor Hollywoodsterren moet je eind januari niet in Hollywood zelf zijn. Een groot deel van de filmwereld daalt elke winter neer in Park City, in de ruige Rocky Mountains. De restaurants en door vodkamerken gesponsorde lounges vormen tezamen een bruisend centrum van filmliefhebbers, acteurs en producenten, studio-hoofden, paparazzi en journalisten. In hippe sneeuwlaarzen weerstaan ze de temperaturen; -20 graden is niet ongewoon. Acteurs als Jack Black kunnen er ongestoord over straat. Sjaals en mutsen werken als vermomming, en bovendien zweeft de sfeer op Sundance ergens tussen blasé en too cool for school in. Een sfeer waarin je zelfs Robert Redford niet lastig valt voor een selfie.

Meer dan verzamelplaats voor arthousefilms

Het festival dat Redford ooit begon was oorspronkelijk een verzamelplaats voor kleine, onafhankelijk geproduceerde indies: arthousefilms als Sex, Lies and Videotape (1989) en The Brothers McMullen (1995). Die rol vervult Sundance nog steeds. Vorig jaar werd op Sundance de huidige Oscar-kanshebber Mudbound gepresenteerd; een prachtig historische drama over de botsing tussen een zwarte en blanke familie. Dit jaar zijn er knappe films als Blaze, American Animals en Blindspotting gepresenteerd: let op die titels, want ze komen vast naar de Nederlandse bioscoop in de loop van het komend jaar.

Maar Sundance is meer geworden dan een ontmoetingsplek tussen filmmakers in de marge en liefhebbers van kunstfilms. Het is ook een markt waar producenten en Hollywoodreuzen elkaar treffen voor distributiedeals. In het verleden leverde dat bijvoorbeeld een wereldhit als Little Miss Sunshine (2006) op. Dit jaar was er alleen geen doorbraak van dat formaat. Twee veelbesproken speelfilms – Eight Grade en het voortreffelijke Gus van Sant-drama Don’t Worry He Won’t Get Far on Foot met Joaquin Phoenix – hadden al een distributeur voordat Sundance begon. Van de grootste verkoop van dit festival werd niemand heel opgewonden: Assassination Nation werd voor tien miljoen dollar opgepikt door nieuwkomer AGBO, maar een The Usual Suspects (1995) is het niet.

Overweldigende drooom

Uiteindelijk is dat ook niet het belangrijkste voor de filmmaker die naar Sundance mag komen. Waar het om gaat, is de ervaring van een premiere van je productie met een Sundance-publiek. “Het is overweldigend,” zegt Hawke. “Het is alsof je over een droom vertelt. Meestal heeft niemand er zin als iemand over zijn droom begint. Maar hier tref je mensen die zeggen: dat snap ik, ik ken dat.”

Wilt u wekelijks het laatste nieuws over Amerika ontvangen? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief van American Dreamers!