Voedingsmiddelen worden duurder, maar de ene prijsstijging is de andere niet.
Lees ook dit omslagverhaal uit januari: Inflatiemonster is plots terug. Wat nu?
Het eten is ten opzichte van vorig jaar 12 procent duurder, maar dat betekent niet dat iedereen 12 procent meer betaalt bij de kassa. Een fles bakolie is wel 60 procent in prijs gestegen en melk rond de 20 procent. Het ene product koop je vaker dan het andere, dus melk drukt zwaarder op het huishoudbudget dan bakolie.
Vooral dagelijkse voedingsmiddelen zoals vlees, vet en melk stijgen hard in prijs. Producten die in mindere mate duurder worden, zijn chocolade, babyvoeding en frisdrank.
Voedselproducten verkleinen de inhoud van het product
Voedselproducenten proberen de prijsstijgingen te maskeren door niet de prijs aan te passen, maar de inhoud van het product te verkleinen, zogenoemde krimpflatie. Je betaalt hetzelfde, maar voor minder en dat betekent dat je het product vaker moet kopen.
Fabrikanten doen dit al jaren onder het mom van ‘nieuwe verpakking, recept of formule’, maar in deze tijden van inflatie ‘verbetert’ er wel erg veel aan ons voedsel, zo blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond. Bij een noodzakelijk pak melk of brood is dat vervelend, maar als een zak chips of fles frisdrank kleiner wordt, is dat misschien juist wel goed.
Niemand weet of de prijzen nog verder zullen stijgen. Om voedsel te produceren, is energie nodig en met de aanhoudende oorlog in Oekraïne blijft de prijs voor energie hoog. We moeten wennen aan dure boodschappen, maar we kunnen zelf ook iets doen.
Mensen kiezen hun boodschappen bewuster. Zij kopen vaker een huismerk in plaats van een A-merk, gaan naar een goedkopere supermarkt, of kopen gewoon minder, zo blijkt uit een analyse van marktonderzoeksbureau IRI.