Wapenfabrikanten hebben de wind in de zeilen: heel veel naar defensie

Wapenfabrikanten hebben de wind in de zeilen door de oorlog in Oekraïne en de wapenwedloop in Azië tussen China en de rest. Landen gaven vorig jaar 2.200 miljard euro uit aan defensie.

Een record, en geschoond voor inflatie zo’n 100 miljard euro meer dan het jaar ervoor. Dat blijkt uit gegevens van het Sipri, een Zweeds instituut dat onderzoek doet naar oorlog en vrede.

Amerikaanse fabrikanten voeren boventoon

Beurskoersen van wapenfabrikanten doen het dus goed. Het aandeel Rheinmetall, de Duitse bouwer van de Leopard 2, stond in februari 2022 op 90 euro. Nadat de oorlog in Oekraïne later die maand uitbrak, werd de tankfabrikant snel meer waard. In april 2023 stond het aandeel op 260 euro, een koersstijging van 190 procent.

Amerikaanse fabrikanten nemen volgens cijfers van het Sipri het gros van de wereldwijde wapenproductie voor hun rekening. De eerste zes bedrijven in de lijst van de honderd grootste wapenfabrikanten komen uit de Verenigde Staten, met Lockheed Martin en Boeing op de eerste en tweede plaats.

Erfenis van Fokker

Chinese bedrijven volgen de Amerikanen op de voet. Russische fabrikanten spelen volgens de ranglijst een bijrol, met de kanttekening dat deze lijst uit 2019 stamt – van voor de oorlog en met twijfels over de betrouwbaarheid van de Russische cijfers.

Het grootste bedrijf uit de Europese Unie is de trans-Europese vliegtuigbouwer Airbus. Die staat op plaats veertien in de wereldwijde lijst. Nederlandse bedrijven ontbreken, hoewel Airbus, door de restanten van Fokker, ook een beetje Nederlands is.