Audny van Helden: ‘Ik ben een klimaatactivist binnen Shell’

26 oktober 2023Leestijd: 8 minuten
Audny van Helden is Vice President Energy Industry Sector & Decarbonization bij Shell. Foto: Guido Benschop

Shell-bestuurder Audny van Helden (53) krijgt veel kritiek te verduren. Shell vergroent wel degelijk, zegt ze. Nu is de politiek aan zet.

Shell mag dan wel zijn hoofdkantoor uit Nederland hebben verplaatst, het bedrijf maakt nog altijd de tongen los. Zo mag de olie- en gasreus op stevige kritiek rekenen van Extinction Rebellion, Greenpeace en andere klimaatactivisten. Shell doet volgens hen te weinig aan verduurzaming, maar investeert wel miljarden in nieuwe olie- en gasprojecten.

Dat laatste klopt. Net als dat Shell de grootste private investeerder is in de verduurzaming van Nederland. Die constatering roept veel emoties op bij klimaatactivisten. Het bedrijf kan in hun ogen maar weinig goeds doen. Feit is wel dat Shell de laatste jaren ruim 6 miljard euro investeerde in de energietransitie.

Maakt dat Shell het braafste (of schoonste) jongetje van de klas? Zeker niet. De olie- en gasreus is nog altijd één van de grootste uitstoters van het land. Het petrochemische complex in Pernis bij Rotterdam, waar onder meer benzine en kerosine worden gemaakt, stoot op jaarbasis zo’n 4,4 miljoen ton CO2 uit. En dan is er ook nog het Chemical Park in Moerdijk, waar vorig jaar 2,5 miljoen ton CO2 werd uitgestoten.

Dat kan zo niet langer, vinden ze ook bij Shell. Het plan is om in 2030 de eigen CO2-uitstoot uit industriële activiteiten – in klimaatjargon: scope 1 en 2 – met zo’n 3,9 miljoen ton te reduceren. Hieronder vallen de eigen directe emissies en de indirecte emissies uit aangekochte energie. Interessanter bij Shell is scope 3: de uitstoot van klanten door de producten van Shell.

EW houdt op woensdag 1 november de eerste EKlimaattop. De middag heeft plaats in het AFAS Theater in Leusden. De grootste uitstoters van Nederland komen vertellen over hun plannen om hun CO2-uitstoot te reduceren en over wat zij nodig achten om die plannen echt uit te voeren.

 

Een digitaal welkomstwoord wordt gehouden door Yvo de Boer. Hij was lange tijd hoofd van ­UNFCCC, de VN-klimaatorganisatie die de jaarlijkse klimaatconferentie houdt (dit jaar in Dubai).

 

Namens de grootste CO2-uitstoter van Nederland, Tata Steel in IJmuiden, komt Jeroen Klumper, director sustainable transition, vertellen over onder meer de plannen van het bedrijf voor ‘groen staal’.

 

Spreker namens Shell, dat in Pernis Europa’s grootste raffinaderij heeft staan, is Audny van Helden, vice-president Energy Sectors & Decarbonization.

 

Marinus Tabak, head of central asset management bij energiebedrijf RWE, komt onder meer vertellen over de plannen om de kolencentrales in de Groningse Eemshaven en de Amercentrale in Geertruidenberg om te bouwen tot CO2negatieve installaties.

 

De vierde grote uitstoter, die eveneens een spreker afvaardigt, is luchtvaartmaatschappij KLM. Hedwig Sietsma, director sustainability, legt uit welke plannen er bestaan om vliegen minder vervuilend te maken.

 

Tijdens het tweede deel van de middag zullen woordvoerders van de politieke partijen reageren op de plannen en wensen. Klimaatminister en D66-leider Rob Jetten, CDA-leider Henri BontenbalMona Keijzer (nummer 2 op de kandidatenlijst van BBB) en Silvio Erkens (Tweede Kamerlid VVD) gaan met elkaar in debat. Uitnodigingen aan andere lijsttrekkers staan nog uit.

 

Kaarten voor de EW Klimaattop zijn te bestellen via ewmagazine.nl/klimaattop2023. Abonnees betalen 20 euro, niet-abonnees 25 euro.

Audny van Helden (Geldrop, 1970) studeerde Nederlands recht en politicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij is sinds 2021 Vice President Energy Industry Sector & Decarbo­nization bij Shell. Helpt klanten van het gas- en oliebedrijf bij verduurzaming. Van Helden bekleedde eerder diverse ­managementfuncties.

De klanten van Shell vallen uiteen in twee groepen

‘Het decarboniseren van onze klanten is de grootste uitdaging voor het bedrijf,’ zegt Audny van Helden (53), Vice President Energy Industry Sector & Decarbonization bij Shell. Van Helden is een van de sprekers op de Klimaattop van EW. ‘Aan ons de taak om de miljoenen klanten die nu brandstoffen en gas afnemen, te voorzien van schonere producten.’ Volgens Shell komt de uitstoot van gebruik van Shells energieproducten van klanten neer op wereldwijd 1.174 miljoen ton CO2 wereldwijd in 2023: grofweg 3 procent van de mondiale emissie.

Versimpeld weergegeven vallen Shells klanten uiteen in twee groepen: 1) transport, met personenauto’s, (zwaar) vrachtverkeer, vliegverkeer en scheepvaart. 2) industrie, op te delen in ‘lichte’ en ‘zware’ industrie. Van Helden en haar team zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de verduurzaming van de industrie, maar werken ook aan oplossingen voor de transportsector.

‘Personenvervoer is waarschijnlijk de makkelijkste sector om te verduurzamen,’ zegt van Helden. ‘Personenauto’s worden allemaal elektrisch, dat is bijna een uitgemaakte zaak. Als je batterijen vergelijkt met waterstof, dan is dat laatste op dit moment te duur voor personenauto’s. Gelukkig ontwikkelt de markt voor elektrische auto’s zich stevig door. Elektrische auto’s kunnen steeds verder rijden, en er worden nog altijd nieuwe batterijen ontworpen waarvoor minder zeldzame metalen nodig zijn.’

Shell ziet het Europese wagenpark veranderen, en speelt daarop in. Het bedrijf heeft, deels met partners, wereldwijd al een netwerk van meer dan 500.000 publieke laadpunten.

In Pernis wordt een biobrandstoffenfabriek gebouwd

Een tweede belangrijke klant van Shell is het vrachtwagentransport. In die sector was minder snel consensus over het beste vergroeningspad. ‘Het vrachtwagentransport moet je ook weer opdelen in twee soorten,’ zegt Van Helden. ‘Enerzijds heb je same day home: vrachtwagens die vanaf het depot naar een klant rijden en terug. Die kunnen ook de overstap maken naar elektrisch. Anderzijds zijn er vrachtwagens die grote afstanden afleggen, bijvoorbeeld van de Rotterdamse haven naar het Duitse achterland. Dat ga je niet redden op een batterij. Daar moeten andere oplossingen voor komen.’

Daaraan wordt gewerkt. Bij het Energy & Chemical Park in Pernis wordt een biobrandstoffenfabriek gebouwd. Vanaf 2026 worden hier biobrandstoffen geproduceert vanuit onder meer gebruikt frituurvet en slachtafval: afvalstromen die kunnen worden gebruikt bij het maken van groene brandstoffen.

Van Helden: ‘Voor die brandstoffen moeten we uiteindelijk afnemers vinden. Vooral in de transportsectoren verwachten we dat er voldoende vraag zal zijn. Wat helpt, is dat het zogeheten drop-in fuels zijn. Dat betekent dat ze geschikt zijn voor de bestaande motoren van onze klanten. En dat is natuurlijk ideaal.’ De verwachting is dat biobrandstoffen een belangrijke rol zullen gaan spelen in diverse sectoren.

Ook de luchtvaart kan grotendeels duurzamer worden door biobrandstoffen: de Sustainable Aviation Fuels (SAF). ‘De overstap van gewone kerosine naar SAF levert de luchtvaart al een CO2-reductie op van tussen de 80 en 90 procent,’ zegt Van Helden.

Het einddoel in de luchtvaart is ­synthetische kerosine, gemaakt met ­waterstof en CO2. Ook de scheepvaart zal op termijn op waterstof gebaseerde brandstof moeten kunnen varen, maar dat duurt nog een aantal decennia.

De overstap op waterstof is nog niet economisch rendabel

Waterstof lijkt het toverwoord in de energietransitie. Het is een cruciaal chemisch element om zware industrieën en transportsectoren mee te verduurzamen. Ook Shell zet er in Nederland vol op in. Wel is er voldoende groene stroom nodig.

‘Groene waterstof begint bij groene stroom,’ zegt Van Helden. ‘Met zonne- en windenergie kan groene waterstof worden gemaakt. Alleen wordt alle wind- en zonne-energie op dit moment gebruikt door huishoudens en bedrijven die op elektriciteit draaien. Als er heel veel vraag is naar groene elektriciteit, zoals nu, dan is het veel rendabeler om je groene elektriciteit rechtstreeks in de markt te verkopen. Als alle directe verbruikers van groene stroom zijn verzadigd, wordt het rendabel om die stroom te gebruiken voor de productie van waterstof.’

De overstap op waterstof is dus nog niet economisch rendabel. Bedrijven zoeken op dit moment liever alternatieven, omdat de overstap naar waterstof nog erg prijzig is. ‘Dan kiezen ze er liever voor om die duurste stap als laatste te doen,’ zegt van Helden. ‘Dat betekent trouwens niet dat we stilzitten.’

Om de waterstofeconomie te bevorderen, zet Shell de grootste groene waterstoffabriek van Europa neer. De fabriek die in Rotterdam verrijst, zal naar verwachting in 2026 draaien. De fabriek krijgt de stroom van het eigen offshore windpark Hollandse Kust, dat Shell samen met Eneco bouwde.

De zware industrie in Nederland heeft voldoende waterstof nodig om emissieloos te opereren. Omdat dat nog niet voorradig is, wordt er eerst op grote schaal van zeer vervuilende energie uit steenkool overgestapt naar aardgas. Probleem: ook aardgas is niet emissievrij, dus moet CO2-reductie op een andere manier tot stand komen. Ook daar is al wat voor bedacht: Carbon Capture and Storage (CCS).

‘Van de schoorstenen wordt de CO2 afgevangen en verscheept naar opslag­locaties,’ zegt Van Helden. ‘Bijvoorbeeld onder de Noordzee. Daar zijn we inmiddels bij vier projecten betrokken. Het eerste dat van start gaat, is Porthos, daar kopen we opslagcapaciteit. Bij een ander CCS-project onder de Noordzee, Aramis, zijn we mede-investeerder. In een derde project wordt Aramis nog verder uitgebreid in de toekomst. En we hebben nog één in Noorwegen: Northern Lights.’

De ondergrondse opslag van CO2 als toekomstig verdienmodel

Voor Shell is de ondergrondse opslag van CO2 een toekomstig verdienmodel. Met de stijgende prijzen voor CO2 moeten grote uitstoters naarstig op zoek naar manieren om CO2 te reduceren. Shell speelt daarop in door in te zetten op CO2-opslag.

Van Helden: ‘Na uitbreiding van die CCS-projecten zal er ruimte zijn voor tientallen miljoenen tonnen CO2-opslag. Ook zal er altijd industrie zijn met inherente CO2-uitstoot in het chemische proces – zoals bij de productie van cement – waardoor de vraag naar opslag zal toenemen.’

Tegen de tijd dat de waterstofproductie op volle toeren draait, kan eventueel de opgeslagen CO2 van de CCS-projecten weer van pas komen. ‘Met CO2 en waterstof kunnen weer synthetische brandstoffen worden gemaakt. Drie jaar geleden produceerden we op die manier 500 liter synthetische kerosine voor KLM, puur om te laten zien dat het mogelijk is.’

Shell doet volgens Van Helden genoeg om de energietransitie te stimuleren

Ondanks felle kritiek van buitenaf vindt Van Helden dat Shell genoeg doet om de energietransitie te stimuleren. ‘De afgelopen jaren hebben we voor ongeveer 6,5 miljard euro investeringsbeslissingen genomen, De overheid moet zorgen dat klanten de vergroeningsslag maken door die nieuwe producten actief aan te jagen. Zorg dat er vraag komt naar waterstof en biobrandstoffen, en wij zorgen dat die er komen. Help bedrijven als Tata Steel met de investeringen zodat ze kunnen verduurzamen, en maak het mogelijk voor bedrijven om CO2 ondergronds op te slaan.’

Van Helden vindt het tijd voor serieuze industriepolitiek. ‘Het kan niet zo zijn dat de Nederlandse industrie aan regels moet voldoen die internationaal niet gelden. Dan zal de industrie uit Nederland verdwijnen. Dan moet je alle noodzakelijke producten importeren uit andere landen, waar misschien wel nog vervuilender wordt geproduceerd.

Als we de deur op slot gooien voor de industrie, moeten we ook fair zijn en zeggen: dan gebruiken we die producten niet meer

‘Als we de deur op slot gooien voor de industrie, moeten we ook fair zijn en zeggen: dan gebruiken we die producten niet meer. Dat zou ik echt ongelooflijk zonde vinden. Als we ergens kunnen vergroenen, dan is het in Nederland. Maar jaag je de industrie weg, dan denk ik dat je de energietransitie eerder vertraagt dan versnelt.’

Aan Extinction Rebellion heeft Van Helden nog een oproep. ‘Ik ben zelf ook klimaatactivist, maar dan binnen Shell. Dus tegen de mensen op de A12 zeg ik: kom bij ons werken, dan kun je echt het verschil maken.’