Wonen in een biobased huis, zo ziet dat eruit

06 april 2024Leestijd: 6 minuten
Bij biobased bouwen wordt 80 tot 90 procent van de CO2-uitstoot geëlimineerd

In Doetinchem verrijst een nieuwe wijk met huizen uit de fabriek en geïsoleerd met olifantengras. Biobased bouwen lijkt de toekomst.

De overheid wil dat in 2030 30 procent van alle nieuwbouwhuizen worden gebouwd met minstens 30 procent natuurlijke (biobased) bouwmaterialen. In 2050 moet de hele economie zelfs circulair zijn.

Bij de bouw van huizen mogen dan alleen grondstoffen worden gebruikt die kunnen worden hergebruikt, afkomstig zijn uit natuurlijke bronnen en een minimale CO2-uitstoot hebben. Dat is niet eenvoudig en met de klassieke manier van bouwen gaat dat zeker niet lukken.

De oplossing zit in industrieel bouwen om de kosten beperkt te houden én het gebruik van natuurlijke materialen. Staal en beton worden vervangen door hout. Ook voor de isolatie van huizen wordt dan natuurlijk materiaal gebruikt zoals bamboe, olifantengras, hennep en graansoorten.

In de Achterhoek zijn er nu al initiatieven met boeren die deze grondstoffen produceren voor natuurlijk isolatiemateriaal en zijn er ook voorbeelden van huizen die volgens biobased bouwen verrijzen.

Biobased bouwen in je eigen bubbeltje

Een aansprekend voorbeeld daarvan is de nieuwe wijk De Kwekerij in Doetinchem: daar wordt voor het eerst op vrij grote schaal circulair gebouwd.

Wethouder bouwen Ingrid Lambregts (60) en Maarten Strijdonk (36), directeur van BAM Wonen, bespreken met EW het plan voor de nieuwe wijk met zo’n 140 woningen. In de praktijk wil dat zeggen: groene daken, zonnepanelen en bouwmateriaal dat circulair moet zijn, zegt wethouder Lambregts.

Tot nu toe probeerde elke bouwer vooral op eigen wijze de juiste aanpak te vinden. ‘In heel Nederland zijn we allemaal met deze thema’s bezig, maar niemand weet precies hoe het moet,’ zegt Strijdonk van BAM. ‘We zitten allemaal in ons eigen bubbeltje. We wilden hier iets nieuws proberen waarvan iedereen kan leren.’

Bij de bouw van een gemiddeld Nederlands rijtjeshuis is de uitstoot ongeveer tussen de 40.000 en de 45.000 kilo CO2, zegt Strijdonk. ‘Dat is bizar veel. Dat kun je vergelijken met zo’n 250 enkele vluchten voor één passagier van Amsterdam naar Parijs. Als we naar biobased bouwen gaan, dan elimineren we 80 tot 90 procent van die uitstoot. Dat is een verhaal dat we de komende jaren vaker moeten vertellen.’

Vanaf het begin met iedereen aan tafel

Lambregts merkt dat er voor het project veel interesse van andere gemeentes is. ‘Uit alle hoeken en gaten komen de mensen nu naar ons toe.’ Dit is echt de toekomstige manier van bouwen, bevestigt Jan Willem van de Groep, de goeroe van natuurlijk bouwen in Nederland.

Op de vraag wat er dan zo bijzonder aan dit project is, zegt Strijdonk: ‘Allereerst omdat het een nauwe samenwerking is tussen gemeente, woningcorporatie Sité Woondiensten en de bouwers. Dus dat betekent dat je vanaf het begin met alle partijen aan tafel zit. Dat is redelijk nieuw voor de bouw. Voor ons was het ook een kans om te laten zien wat je kunt met industriële woningbouw.’

Biobased bouwen met veel ruimte voor natuur

BAM produceert in een nieuwe fabriek in het Noord-Hollandse Oudkarspel biobased houten woningen, die op de plek van bestemming in één dag in elkaar worden gezet. Circulair wil dan zeggen dat ze ook makkelijk uit elkaar kunnen worden gehaald om hergebruikt te worden.

‘Dat we de huizen plaatsen met veel ruimte voor de bestaande natuur, maakte het voor ons uitdagend, maar ook interessant,’ zegt de BAM-directeur.

Belangrijk was dat dit project schaal heeft. ‘Dit is het eerste project in Nederland waarbij we echt op deze schaal centraal geproduceerde biobased huizen gaan plaatsen,’ zegt Strijdonk. Dat BAM de 73 huizen in zo’n vier maanden moet neerzetten, is relatief snel en nieuw voor Nederland.

In mei gaan de huizen in de verkoop en in december van dit jaar moet de bouw beginnen. Het huis wordt dan in delen naar de bouwplaats gebracht. De vrachtauto’s rijden ’s avonds na de file naar de bouwplaats. In de ochtend om zeven uur kunnen de bouwvakkers beginnen en aan het einde van de dag staat er één woning.

Medio 2025 zijn ze klaar, hoopt Lambregts.

Natuurinclusief bouwen betekende minder huizen

Er waren overigens al in 1999 plannen om op deze plek in Doetinchem te bouwen, maar dat gebeurde almaar niet om economische redenen. Alle planschades – schade door wijziging van een bestemmingsplan – waren toen al uitbetaald aan de mensen die daar in de buurt woonden en hun uitzicht zagen veranderen.

Dat waren toch bedragen die tussen de 30.000 en 50.000 euro per huishouden lagen. Forse bedragen, maar dat kwam vooral doordat het oude plan ook hoogbouw toestond. Dat is nu geschrapt. In 2020 – ruim twintig jaar na het eerste plan – kwam het project De Kwekerij weer uit de ijskast. Al ging het aantal huizen van 210 naar zo’n 140, dat was het effect van natuurinclusief bouwen.

De nieuwe wijk is een combinatie van verschillende types huizen. Er komen sociale woningen, tiny houses, rijwoningen, twee-onder-een-kappers en vrijstaande huizen.

Het project werd in twee delen aanbesteed. BAM bouwt 73 huizen, waarvan 34 sociale huurwoningen voor de corporatie Sité Woondiensten, die het project ook als een test ziet.

De lokale bouwer Welling mag daarnaast zo’n kleine 20 huizen bouwen. De gemeente verkoopt zelf nog de rest van de bouwkavels waar mensen hun eigen huis kunnen bouwen. Maar allemaal moeten ze het circulaire bouwen onderschrijven.

Biobased bouwen levert kostenbesparing personeel op

Wat is er nu zo duurzaam aan deze huizen? ‘Allereerst dat ze niet meer van een steenachtig materiaal zijn,’ legt Strijdonk uit. ‘Dat scheelt dus heel veel CO2-uitstoot. De isolatiematerialen die we gebruiken, zijn helemaal natuurlijk. Zelfs de gevelbekleding is gemaakt van lokaal populierenhout. Je hebt ook veel minder toeleveranciers nodig.’

Dat zijn veel minder vrachtwagens en busjes op de weg. De bouwmachines op de bouwplaats zijn ook allemaal elektrisch.

Het kan voor BAM ook financieel uit, doordat bouwen in de fabriek minder manuren vraagt. In het algemeen vormen personeelskosten in de bouw zo’n 50 procent van de bouwkosten. Bij deze huizen is dat 30 procent. Maar dan moeten de productielijnen wel bezet blijven.

‘We bouwen een all-electric huis,’ zegt BAM-directeur Strijdonk. ‘Dat kan heel goed, omdat houtbouw veel beter is geïsoleerd en een lichtere constructie heeft. Zo’n woning heeft grofweg zeven keer minder energie nodig om op temperatuur te komen. Dat betekent ook dat je naar heel andere verwarmingssystemen kan gaan, zoals elektrische radiatoren die door zonnepanelen worden gevoed.’

De huizen worden ook ingepast in de bestaande natuur. Om de kwaliteit daarvan te behouden, krijgt niet iedereen zijn eigen tuin met een hekje eromheen. Er worden ook andere voorwaarden gesteld, bijvoorbeeld dat de bewoners inheemse beplanting moeten kiezen. Dus geen exotische bomen en planten in deze wijk.

Hier wordt bouwgeschiedenis geschreven

Boodschap aan de rest van bouwend Nederland: je kunt met deze woningbouw toch kwaliteit en diversiteit leveren, zegt BAM-directeur Maarten Strijdonk. ‘Hier ga je zien dat industrialisatie niet meteen leidt tot allemaal hetzelfde type huizen, het is geen eenheidsworst.’

De BAM-huizen komen weliswaar allemaal uit dezelfde fabriek, maar het zijn wel verschillende types. Het nieuwe bouwen vraagt ook veel uitleg aan potentiële bewoners, heeft wethouder Ingrid Lambregts ondervonden.

‘Ik heb gemerkt dat ook veel jongeren hier best traditioneel zijn in hun woonwensen,’ zegt ze. ‘Ze willen bij voorbaat geen industrieel gebouwd huis, wat dan verliezen de huizen hun eigenheid, denken ze. Maar als ik een avond organiseer om uit te leggen wat het inhoudt en wat de mogelijkheden zijn, dan doen ze allemaal mee.’

Er wordt kortom in Doetinchem bouwgeschiedenis geschreven.

Jan Willem van de Groep

‘Dit is een uniek project’

Jan Willem van de Groep (53) is de goeroe van het biobased bouwen. Hij kent het project De Kwekerij, omdat hij de boeren adviseert die de natuurlijke grondstoffen leveren voor het isolatiemateriaal.

 

‘Het project in Doetinchem haalt nu al biobased doelstellingen die pas voor 2030 zijn vastgesteld,’ zegt hij. ‘Ook de schaal waarop daar wordt gebouwd, is uniek. Je ziet dat er hier en daar wel een paar huizen worden gebouwd met biobased materiaal, maar 140 koop- en huurhuizen op die manier bouwen, is bijzonder.’

 

Meestal is duurzaam bouwen ook veel duurder dan de tradi­tionele bouw met beton en staal. Maar omdat het nu centraal in een fabriek wordt gedaan met hout, is het net zo duur om zo’n biobased huis te bouwen als een traditioneel huis.

 

Dat is volgens Van de Groep een doorbraak. ‘Dit is echt de toekomstige, nieuwe manier van bouwen,’ zegt hij. De overheid heeft recent 200 miljoen euro bestemd om biobased bouwen te stimuleren.

Biobased bouwen
De huizen worden in delen in de fabriek gebouwd en dan in één dag in elkaar gezet
Theo van Vugt
Theo van Vugt (1962) is redacteur economie bij EW.
Lees meer
Theo van Vugt