Transgenderwet: De wereld komt bij zinnen, Nederland doet dom

15 april 2024Leestijd: 4 minuten
Franc Weerwind, minister voor Rechtsbescherming tijdens een commissiedebat in de Tweede Kamer over de Transgenderwet. Foto: ANP ROBIN VAN LONKHUIJSEN

Het recent uitgebrachte Cass-report, dat vernietigend oordeelt over de Britse transgenderzorg, is de zoveelste reden om af te zien van riskante experimenten met gendertwijfel. Dat bepleit Gerrie Strik in een ingezonden opinie.

Toen dr. Hilary Cass in 2019 van de Britse overheid de opdracht kreeg om een rapport op te stellen over de zorgstandaarden binnen de gender identity services for children and young people (GIDS), kon niemand vermoeden hoe vernietigend de uitkomsten zouden zijn.

Cass en haar team keken naar het bewijsmateriaal en de praktijken die het affirmatieve model in de genderzorg ondersteunen, dat is ontworpen om de genderidentiteit van een persoon te bevestigen. Ze concludeerden dat dit niet voldeed aan de meest basale eisen aan wetenschappelijk onderzoek.

Het 10 april uitgebrachte Cass-rapport, dat één-op-één naar Nederland kan worden vertaald, vernietigt de hele basis onder het gangbare protocol voor de behandeling van kinderen met genderstoornissen.

Cass benadrukte dat haar bevindingen niet zijn bedoeld om de geldigheid van transidentiteiten te ondermijnen, maar om de zorg te verbeteren voor het snel groeiende aantal kinderen en jongeren met gendergerelateerde problemen. Dat dit nodig is, blijkt uit de inhoud van het rapport.

Kinderen werden een transitie ingeduwd

Het rapport onthult hoe ideologen die hun eigen theorieën boven de bescherming van kwetsbare en hulpzoekende jongeren stelden, een valse consensus creëerden rond de ‘genderaffirmatieve’ aanpak van de GIDS.

In plaats van zorg te krijgen, werden kinderen en jongeren één richting in geduwd: die van een transitie. Richtlijnen opgesteld door de World Professional Association for Transgender Health (WPATH) blijken niet te voldoen de standaardeisen van wetenschappelijk onderzoek. De WPATH wordt wereldwijd erkend als de belangrijkste autoriteit op het gebied van genderzorg, en haar ‘Standards of Care’ vormen ook de basis voor het beleid in Nederland.

De geloofwaardigheid van de WPATH kwam eerder dit jaar ter discussie te staan door een reeks uitgelekte bestanden. Daaruit blijkt dat de ‘professionals’ die betrokken zijn bij het aanbevelen van ‘genderbevestigende’ gezondheidszorg, zich ervan bewust waren dat deze zorg noch wetenschappelijk onderbouwd noch medisch verantwoord was.

Ronduit schokkend is de beschrijving in het Cass-rapport van de erbarmelijke kwaliteit van de medische aantekeningen over de jongeren die werden doorverwezen voor puberteitsblokkers. Zeker als je die afzet tegen de richtlijnen van de General Medical Council over medische dossiers.

Schokkend is ook dat artsen in genderklinieken weigerden mee te werken aan de gegevensvergelijking die nodig was om ’s werelds eerste langetermijn-vervolgonderzoek naar kinderen met genderstoornissen uit te voeren.

Genderdiensten hebben vragen te beantwoorden

Het Cass-rapport kan weleens het grootste medische schandaal van deze eeuw tot nu toe onthullen. Het is één ding als volwassen mannen als vrouw door het leven willen gaan, maar het is een ander verhaal als duizenden kwetsbare kinderen door onomkeerbare medisch ingrijpen voor het leven worden getekend.

Mede naar aanleiding van het Cass-rapport en de recent uitgelekte WPATH-bestanden zien we nu dat The New York Times, The Guardian en zelfs de BBC langzaam het roer van hun verslaggeving omgooien. Maar de schade is al aangericht en niet zo makkelijk uit te wissen.

In Nederland wordt intussen zeer voorzichtig gerept van het rapport. Maar dan wel met een de disclaimer erbij dat hier het Dutch Protocol ‘heel zorgvuldig wordt gevolgd’. Dat dit niet waar is, weten journalisten van wie de artikelen niet worden geplaatst. En weten artsen, docenten en schoolleiders, die zich gedwongen voelen de richtlijnen van de door de WPATH opgestelde ‘genderaffirmatieve zorg’ te volgen.

Iedereen die het Cass-rapport tot zich laat doordringen, zal begrijpen dat degenen die de afgelopen tien jaar leidinggaven aan genderdiensten voor kinderen en volwassenen serieuze vragen hebben te beantwoorden.

Dr. Cass zegt dan ook: ‘Er zijn duidelijk lessen te leren voor iedereen over hoe en waarom de zorg voor deze kinderen en jongeren afweek van de gebruikelijke medische praktijk. Over hoe de klinische praktijk werd losgekoppeld van het klinische bewijsmateriaal. En over waarom niet eerder werd gereageerd na waarschuwingssignalen dat de genderzorg moeite had om aan de – enorme toename van de – vraag te voldoen.’

Ze voegde eraan toe dat in weinig andere gebieden in de gezondheidszorg professionals zo bang zijn openlijk over hun standpunten te praten, mensen zo systematisch te maken krijgen met belastering op sociale media en pestgedrag.

Aannemen genderwet zou historische vergissing zijn

Tijd om een stap terug te doen, en ons af te vragen hoe we hier zijn gekomen. Als het Cass-rapport iets duidelijk maakt, dan is het wel dat onder invloed van de genderlobby wereldwijd alle belangrijke drempels zijn verwijderd voor een premature, onomkeerbare medicalisering van jonge, kwetsbare kinderen, met rampzalige gevolgen.

Willen wij in Nederland werkelijk een van de weinige drempels die nog overeind staan ook nog wegnemen, door een op handen zijnde genderzelfidentificatiewet aan te nemen? Daarmee schrijven we een wet voor het verleden en zetten we onze naam onder een historische vergissing, waarvoor we ooit verantwoording zullen moeten afleggen.