Rutte IV (nog) niet knock-out ondanks eensgezinde oppositie

05 april 2023Leestijd: 4 minuten
Kamerdebat over uitslag Provinciale Statenverkiezingen

Het debat over de uitslag van de verkiezingen van Provinciale Staten mondde uit in een net gemiste mokerslag van een vereende oppositie richting Rutte IV. Duidelijk is wel dat de eenheid van het kabinetsbeleid op springen staat, omdat het CDA als enige van de vier regeringspartijen anticipeert op wijziging van het Coalitieakkoord. Een nieuwtje dat voer is voor staatsrechtgeleerden, maar hoe die ook oordelen, in de praktijk van de politiek kan het.

Na diverse crisisberaden van het kabinet vorige week en een chaotische persconferentie over de verkiezingsuitslag was het woensdag 5 april vrij schieten voor de Tweede Kamer. Rutte IV moest opstappen, luidde het oppositieoordeel over het door toedoen van het CDA toch al wankelende kabinet. Een kabinet dat veel beleid laat vastlopen en zelf trouwens ook inziet dat de verkiezingsuitslag, die voor alle vier partijen tot verlies leidde, tot maatregelen moet leiden. Maar welke is onduidelijk.

De oppositie had tevoren vooroverleg gepleegd om het premier Mark Rutte (VVD) en de vicepremiers zo moeilijk mogelijk te maken. Een opmerkelijke niet vaak geziene strategie, maar de oppositionele eensgezindheid hielp toch niet om het kabinet tot val te brengen. Een door GroenLinks-leider Jesse Klaver ingediende motie van wantrouwen kreeg de steun van vrijwel de gehele oppositie. Bij de hoofdelijke stemming waren 76 Kamerleden tegen en 59 voor. De SGP steunde die niet. Voor SGP-leider Kees van der Staaij staat ‘het licht op oranje’.

‘Wij kunnen dat jaartal niet dragen,’ zei vice-premier Hoekstra

De coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie was na bakken kritiek over met name het stikstofbeleid nog heel. Ook overeind bleef de afspraak dat het CDA op een moment dat die partij dat wil, kan heronderhandelen over de stikstofdoelen,  in het bijzonder het intussen mythische jaartal 2030. Het CDA wil als grootste verliezer van de provinciale statenverkiezingen af van de afspraak in het Coalitieakkoord dat de stikstofuitstoot in 2030 en niet in 2035 zoals in de wet staat, moet zijn gehalveerd.

‘Wij kunnen dat jaartal niet dragen,’ was het onheldere antwoord van vice-premier Wopke Hoekstra (CDA) op vragen van Jesse Klaver (GroenLinks) en Caroline van der Plas (BBB) naar de beweegreden van het CDA.

En zo heeft het toch al levende staatsrecht er weer een nieuw onderdeel bij. Namelijk dat een coalitie kan afspreken dat een regeringspartij op termijn desgewenst kan heronderhandelen over het Coalitieakkoord. Hoekstra wil afwachten wat de nog te vormen provinciecolleges willen en wat minister van Landbouw Piet Adema (ChristenUnie) met de boeren- en natuursectoren afspreekt in het Landbouwakkoord.

Rutte ontkende stilstand in de bestrijding van de stikstofuitstoot

Maar met die CDA-actie wankelt Rutte IV volgens de oppositie. Bovendien zou het compromis van de coalitie leiden tot stilstand in de bestrijding van de stikstofuitstoot en de provincies, die het stikstofbeleid moeten uitvoeren. Rutte ontkende, wees erop dat provincies aan de slag kunnen met hun gebiedsgerichte beleid en kondigde aan dat de benodigde honderden miljoenen euro’s daarvoor onderweg zijn.

Ook wordt nog met Brussel overlegd over de steun- en uitkoopregelingen voor boeren die willen stoppen. De Europese Commissie moet laten weten of dit al dan niet verboden staatssteun is. Vervolgens zal in 2025 en 2028, zoals Johan Remkes had geadviseerd, worden gekeken of er voortgang wordt geboekt richting 2030. ‘Er is ook echt geen pauzeknop, zoals hier en daar werd gesuggereerd,’ zei Rutte.

Het land wordt met onduidelijkheid geconfronteerd

Dat het CDA over dat jaartal wil heronderhandelen is wel een politiek gegeven, erkende Rutte, maar geen bezwaar om door te regeren. Volgens Attje Kuiken (PvdA) juist wel omdat het land nu met onduidelijkheid wordt opgezadeld. Rutte is volgens Kuiken louter gericht op het bestrijden van een kabinetscrisis.

De kabinetsafspraak om het CDA op enig moment toe te staan te heronderhandelen is natuurlijk wel bijzonder, erkende ook CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma, maar hij wees erop dat ook het CDA geen vertraging van het stikstofbeleid wil. Gevraagd waarom het CDA niet al nu wilde  heronderhandelen, zoals Farid Azarkan (Denk) wilde weten, had Heerma geen helder antwoord.

Intussen wilde de Kamer weten wanneer minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal (VVD) met haar voorstel komt om 2030 als einddoel in de wet vast te leggen. Rutte zei , ‘minister Van der Wal kennende’, te verwachten dat die het voorstel zo snel mogelijk naar de Tweede Kamer zal sturen. Volgens Kamerlid Pieter Omtzigt kunnen beide – het CDA dat wil heronderhandelen en de minister die het voorstel naar de Kamer stuurt – niet waar zijn. ‘Dat interfereert.’

Jaartal 2030 heeft mythische proporties gekregen

Duidelijk is dat het jaartal 2030 in samenhang met de gigantische verkiezingsoverwinning van BBB mythische proporties heeft gekregen. CDA-leider Wopke Hoekstra noemde het jaartal afgelopen zomer al niet heilig. En na de dramatisch verlopen verkiezingen gooit de partij er nog een schepje bovenop door het getal uit het Coalitieakkoord te strepen. De partij  denkt blijkbaar begrip te kweken bij de weggelopen kiezers.

BBB-leider Caroline van der Plas bespotte Rutte die de verkiezingsuitslag duidde door naar recente rapporten van de adviesbureaus te verwijzen. ‘Het grootste adviesbureau bestaat uit de 17 miljoen mensen hier in Nederland. Dan kan de minister-president nee schudden, maar dat is ons adviesbureau. Dat zijn de mensen in ons land die aangeven waarmee ze in de knel zitten,’ zei ze.  ‘Ik vind het ernstig als ik de minister-president vraag waarom we de burgers niet als het grootste adviesbureau beschouwen hij mij verwijt dat ik hem de maat neem. Dat is de arrogantie die ik ervaar.’

Rutte protesteerde en zei dat alle politici er zitten voor de 17 miljoen Nederlanders. Hij bestreed dat hij en andere partijen geen haarvaten in de samenleving hebben. ‘Dat burgers zich niet gehoord voelen, is een analyse waar we al langer tegenaan lopen, maar de verkiezingsuitslag wijst ons hier weer op.’