De bijdrage van Donner en Lubbers aan het multiculturele drama

28 juli 2017Leestijd: 3 minuten
CDA-congres. Foto:ANP

Het CDA leverde een bijzondere bijdrage aan de multiculturele problemen: de dubbele nationaliteit. Het was CDA-premier Ruud Lubbers (1982-1994) die de dubbele nationaliteit zonder uitzondering mogelijk maakte. Voorheen werd alleen een uitzondering gemaakt voor politieke vluchtelingen.

Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor onze nieuwsbrief >>

Het CDA liet beleidsmatig de afstandseis, namelijk het afstand doen van de oorspronkelijke nationaliteit, buiten beschouwing. In 1990 vroegen slechts drieduizend Turken per jaar de Nederlandse nationaliteit aan. Maar met de beleidswijziging van Lubbers verkregen tussen 1992 en 1995 200.000 vreemdelingen, onder wie 85.000 Turken en 37.000 Marokkanen de Nederlandse nationaliteit. Van deze groep behielden 110.000 nieuwe Nederlanders hun oorspronkelijke nationaliteit. Dit proces ging onverminderd door. Zo kwam het multiculturele drama tot stand.

Interessant is om hier op te merken dat het CDA geen enkele inhoudelijke voorwaarde stelde in ruil voor die dubbele nationaliteit. Lubbers had bijvoorbeeld de voorwaarde kunnen stellen dat na het verkrijgen van Nederlanderschap niet langer de oude nationaliteit mag worden gevoerd. Daardoor zouden er geen Nederlanders kunnen rondlopen met twee of meer paspoorten.

Donners verdediging van de islam

Niet alleen de dubbele nationaliteit, ook de bescherming van de islam is een CDA-vondst geweest. In 2006 schreef Bart Jan Spruyt hierover een open brief aan de toenmalige minister van Justitie Piet Hein Donner (CDA). Spruyt citeert Donner bij de start van de nieuwbouw van de Westermoskee in Amsterdam: ‘De staat mag niet over de consciëntie van zijn onderdanen regeren en mag hen daarom niet de vrijheid van geloof en godsdienst ontnemen. De staat wijkt in beginsel voor de implicaties van religie.’ Natuurlijk moet de staat niet over het geweten van zijn burgers gaan regeren. Maar daaruit kan niet worden geconcludeerd dat de staat niet wijkt voor de implicaties van religie.

Het is de staat die bepaalt welke implicaties van religie in het publieke domein zijn toegestaan. Terecht nam Spruyt dit citaat onder de loep, omdat het niet in een onschuldige historische beschouwing werd geuit. De minister sprak deze woorden terwijl hij het startsein gaf voor de bouw van de Westermoskee. Ik weet dat CDA’ers hieraan niet willen worden herinnerd: de Westermoskee in Amsterdam is gebouwd met de zegen van het CDA. Daarom concludeerde Spruyt dat christenen een probleem zijn geworden bij het aanpakken van de politieke islam en de verspreiding daarvan.

Geloof verbindt mensen niet

Op een sofistische manier reduceert Donner bijna alles tot geloof: atheïsme, filosofie, maatschappelijke overtuiging et cetera. En daarna koppelt hij daaraan een belangrijke conclusie: ‘Het verbindt mensen sterker dan wetten.’ Daar gaat hij de mist in: het geloof verdeelt de mensen ook sterker dan wetten. Het geloof van de islam verdeelt de mensen in verschillende categorieën: gelovigen, niet- gelovigen en afvalligen. De islam verbindt daar onaangename consequenties aan. Daarnaast maakt de islam een duidelijk begrenzing tussen moslims enerzijds en christenen en joden anderzijds. Ook hieraan verbindt de islam discriminatoire consequenties.

Het geloof is niet alleen een bron van verbinding. Het is ook een belangrijke bron van oorlog en geweld. Ik begrijp dat het CDA aan deze discussie niet wil worden herinnerd. Vooral nu, in het licht van het islamitische terrorisme, krijgt deze discussie een bloedige en heldere dimensie. In 2006 was er ook sprake van het islamitische terrorisme en het islamitische radicalisme. Indertijd was Piet Hein Donner de minister die het islamisme moest bestrijden.

Wildgroei van salafisme

Donner en na hem de liberalen hebben geen enkele maatregel genomen om de verspreiding van het salafisme in Nederland te belemmeren of te beperken. In 2006 waren er enkele honderden salafisten. Nu, in 2017, zijn  dat er enkele duizenden, met hun eigen netwerken, moskeeën en stichtingen. Hiervoor heeft niemand de politieke verantwoordelijkheid willen nemen. De fundamentalistische moslims worden door de Nederlandse overheid totaal ongemoeid gelaten. Dit in tegenstelling tot de meeste islamitische landen, waar men buitengewoon bezorgd is over de groei van het islamitische fundamentalisme.

Van de actieve dubbele nationaliteit ging het CDA moeiteloos over naar het beschermen van fundamentalistische moslims. Zie hier anno 2017 de gevolgen van dat rampzalige beleid. Het CDA krijgt nu weer een kans om de problemen rond islam, integratie en immigratie aan te pakken.

Piet Hein Donner eindigde zijn antwoord aan Bart Jan Spruyt met deze onvergetelijke opmerking: ‘Ongetwijfeld zult u willen reageren. Dat is jammer, want ik ben voorlopig op vakantie.’ Met deze regenteske houding werd later door kiezers genadeloos afgerekend: het CDA werd meer dan gehalveerd! Het was geen prettige vakantie voor het CDA.

Het CDA moet nu wel thuisgeven: de vakantie is voorbij.