De lichaamstaal van Van Huffelen: breek me de bek niet open

09 mei 2021Leestijd: 5 minuten
D66-staatssecretaris Van Huffelen tijdens debat op 29 april. Foto: ANP

Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (D66) praat met meel in de mond als het gaat over de Toeslagenaffaire, schrijft Philip van Tijn. Hij doet een poging om uit de brokstukken informatie die ze verstrekt, de feiten te destilleren.

Onlangs las ik een waarschuwing. Als iemand een artikel of betoog begint met een zin als deze: ‘Het is natuurlijk vreselijk wat de slachtoffers van de Toeslagenaffaire is overkomen , maar…’ zoek dan dekking. Dus begin ik daar niet mee.

Philip van Tijn

Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.

Ik begin met zelfkastijding. Die kwam vooral in de Middeleeuwen veel voor, maar ook vandaag de dag nog in beschavingen waarvan we niet meer mogen zeggen dat ze minder zijn dan de onze, laat staan dat ze achterlijk zijn. In de Middeleeuwen kwam de boetegordel nogal eens voor: een veel pijn veroorzakende gordel om het lichaam om begane (of vermeende!) zonden goed te maken.
Het heeft er alle schijn van dat sinds de verschijning van het rapport ‘Ongekend onrecht’ op 17 december 2020, 148 leden van de Tweede Kamer permanent een boetegordel om hebben (de HH Pieter en Renske hoeven natuurlijk niet, want zij zijn niet medeplichtig aan de zonde, waarbij we natuurlijk even vergeten dat Pieter, toen hij nog een gewoon mens was, aandrong op krachtige maatregelen tegen misbruik van sociale regelingen).

Een ondoordringbaar rookgordijn over de Toeslagenaffaire

Sinds bijna vijf maanden geldt: we hebben duizenden eerlijke, brave mensen schandalig behandeld. We hebben ze én tot de bedelstaf gebracht én psychisch verminkt, omdat ze de kluit zouden hebben belazerd. Ja, dat geldt voor een aantal slachtoffers, maar voor hoeveel? En vooral: voor hoeveel niet? Ik wil dat al weten sinds december (en eigenlijk al veel langer, want dit Schandaal woekert al tijden), maar dat lukt niet, omdat er een rookgordijn over is gelegd en omdat geen politicus de vingers eraan durft te branden.

Wie vorige week zondag in Buitenhof de verantwoordelijk bewindsvrouw, Alexandra van Huffelen, een kwartier lang haar best zag doen om te vermijden ook maar iets in die richting te zeggen, kreeg medelijden met haar. En dat terwijl ze toch behoorlijk onvervaard en rechttoe rechtaan is – zeker voor iemand van D66 en voor een lid van dit kabinet. Haar lichaamstaal sprak boekdelen: Breek mij de bek niet open! Ook in het Kamerdebat van 29 april zat het pond meel in de mond waarmee ze van de coalitie moest praten, haar danig dwars. Toch doe ik een poging om uit de brokstukken informatie die ze verstrekte, de feiten te destilleren, al is het maar een poging.

Zonder kinderen compensatie eisen voor gemiste kinderopvangtoeslag

Tot 2 mei hebben zich 36.250 slachtoffers en ‘slachtoffers’ gemeld; 11.143 hunner hebben tot die datum het standaardbedrag van 30.000 euro gekregen. Dat is dus minder dan eenderde, maar dat is niet het hele verhaal. Want 10.250 mensen hebben zich als slachtoffer gemeld ná 15 februari en voor deze mensen geldt niet de belofte dat ze vóór 1 mei een officiële mededeling zouden krijgen. Die 11.143 gecompenseerden moet je dus betrekken op 26.000 mensen en dan kom je al op bijna de helft.

De overigen zijn voorlopig afgewezen op grond van een lichte toets en zij krijgen nog een integrale toets voor de definitieve beoordeling. Dat was niet wat de zelfkastijders uit de Tweede Kamer voor ogen stond. Die vonden eigenlijk dat iedereen die zich meldde voor aangedaan onrecht per ommegaande 30.000 euro diende te krijgen. Tenslotte zijn we allemaal in de ban van gratis geld. Waarschijnlijk zou de hele Nederlandse bevolking – u en ik natuurlijk uitgezonderd – zich hebben gemeld en ik denk dat Van Huffelen dat heel knap heeft gesaboteerd. Oók trouwens in het belang van de kiezers van de weggeef-partijen. Als we als hypothese nemen dat van de bijna 15.000 mensen die nog een integrale toets krijgen de helft alsnog ‘compensabel’ wordt geacht, dan heeft één op de drie zich dus ten onrechte gemeld. En bij de groep van 10.250 die zich na 15 februari heeft gemeld – toen het verhaal ging dat als je je meldde je in aanmerking zou komen voor compensatie – zal dit percentage nog een stuk hoger liggen.

Lees ook het essay van Arendo Joustra: Waar is eigenwaarde van Tweede Kamer?

Al met al lijkt het niet gewaagd om te stellen dat zeker 40 procent, maar waarschijnlijk eerder 50 procent van die 36.250 zich ten onrechte als slachtoffer en dus als gegadigde voor compensatie heeft gemeld. Opzettelijk of onopzettelijk, dat is de volgende vraag. Er schijnen nogal wat mensen zonder kinderen zich te hebben gemeld, terwijl het toch om kinderopvangtoeslag gaat, maar hierover zei Alexandra van Huffelen, terwijl haar expressie een andere taal sprak, dat dit waarschijnlijk kwam doordat die mensen in de knel waren gekomen met huurtoeslag, of weer een andere toeslag, en daardoor in de war waren. Heel erg per ongeluk dus.

Maar waarover hebben we het nu precies?

In de rechtspraak geldt het adagium: het is beter dat tien schuldigen de dans ontspringen dan dat er één onschuldige in de cel belandt. Maar we hebben hier niet met rechtspraak te maken. Wel met een zaak die nu al tijdenlang de gemoederen beheerst, die eerst een staatssecretaris de politieke kop heeft gekost, toen een oud-minister tevens partijleider, en vervolgens het hele kabinet. Bij de verkiezingen was van al die reuring weinig te merken: in de verkiezingsstrijd speelde de affaire nauwelijks een rol en de partijen van Omtzigt en Leijten boekten geen geweldige uitslagen.

En nog steeds weten we niet precies waarover we het hebben, al hebben de meeste politici en commentatoren daarvan geen last. En ik bedoel niet alleen de rekensom, maar ook de andere raadsels in deze affaire. Van de politiek zullen we het niet te horen krijgen – daar zit iedereen op zijn handen. En van de wetenschap evenmin – daar wordt nog gebakkeleid over de vereiste mate van diversiteit.

Het zal van de journalistiek moeten komen die, conform zijn credo, de waarheid van de verzinsels moet scheiden en zonder vooringenomenheid te werk gaat. Niet alleen uit het oogpunt van waarheidsvinding, maar ook omdat het leerzaam is voor de toekomst. Want er zal nog menige Toeslagenaffaire – in andere gedaante – volgen!