De Europese Unie ziet de rechtsstaat als haar grootste goed. Dan is het raar dat EU-boegbeeld Ursula von der Leyen bepleit om Russische gelden en goederen te confisqueren, terwijl de schuld van de eigenaren aan de oorlog in Oekraïne juridisch nog lang niet is aangetoond, schrijft René van Rijckevorsel.
Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, doet weer eens van zich spreken. Op donderdag 19 mei vertelde ze op de Duitse televisie dat ze serieus laat onderzoeken of ze bevroren Russische financiële tegoeden en bijvoorbeeld aan de ketting gelegde schepen van oligarchen, kan gebruiken om de heropbouw van Oekraïne mee te betalen. Het zou gaan om een totaalbedrag van zo’n 30 miljard euro.
Het vergoeden van oorlogsschade is geen nieuw fenomeen. Maar doorgaans gaat het dan om herstelbetalingen, die onderdeel zijn van de vredesovereenkomst.
Het voorstel van Von der Leyen
is van een andere orde, aangezien
er nog lang geen sprake is van
vrede tussen Oekraïne en Rusland.
Bevriezen is iets anders dan confisqueren
De EU-lidstaten hebben na 24 februari tal van Russische bezittingen ‘bevroren’. Dat betekent dat de rechtmatige eigenaar er niet aan mag komen, er niet mee mag varen en er niet in mag verblijven. Maar confiscatie is een ander verhaal. In dat geval moet juridisch zijn aangetoond dat de eigenaar, vaak een zogenoemde oligarch of een bedrijf, ook direct verantwoordelijk is voor de oorlogsmisdaden. Dat is in het geval van Oekraïne nog helemaal niet duidelijk.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout
Uw sessie is verlopen
Wilt u opnieuw inloggen