Toen de gevolgen van de wereldwijde verspreiding van het COVID-19-virus in februari en maart tot een scherpe daling van de aandelenkoersen leidden, bleek uit de financiële verslaggeving dat het sentiment – zowel op de markten als elders – was gekelderd.
De krantenkoppen berichtten eerst gericht over de besmettingsstatistieken en sterftecijfers, en daarna over de enorme impact op de economie doordat bedrijven over de hele wereld hun deuren moesten sluiten. Iedereen leek bang – en dat blijft nog wel even zo. Het positieve nieuws is dat we uit ervaring weten dat aandelen al beginnen te stijgen voordat de angst is verdwenen. Uit onze analyses blijkt dat ze meestal de weg naar boven vinden als de angst er nog goed in zit. Beleggers zijn er volgens Fisher Investments Nederland bij gebaat als ze zich bewust zijn van de angst die in de regel optreedt aan het begin van het herstel. Dat helpt om het hoofd koel te houden en de sterke stijging die zich vaak voordoet aan het begin van een bullmarkt (een lange periode waarin de aandelenkoersen in het algemeen omhooggaan) niet mis te lopen.[i]
Een van de meest voorkomende angsten die we hebben waargenomen op het moment dat een bearmarkt (een algemene daling van de aandelenmarkt van -20% of meer, veroorzaakt door fundamentele factoren) uit het dal begint te klimmen, is dat de economische groei en de aandelenmarkten niet kunnen stijgen zolang de werkloosheid toeneemt. De geschiedenis leert echter dat de werkloosheid in de regel blijft toenemen als de economie en de aandelenmarkten alweer in de lift zitten. Een voorbeeld daarvan is de bearmarkt van de eurozone die eindigde in maart 2009.[ii] Volgens het Centre for Economic Policy Research, dat belast is met de datering van recessies in de eurozone, eindigde de recessie in april.[iii] Maar het werkloosheidspercentage van de eurozone begon pas te dalen in juli 2010.[iv] Tussen het dieptepunt van maart 2009 en 30 juni 2010 stegen de aandelenkoersen in de eurozone met 60,7%. Beleggers die hadden gewacht op een verbetering van de arbeidsmarkt hadden die winst heel goed mis kunnen lopen.[v]
Een ander voorbeeld is de bearmarkt in de Verenigde Staten, die eindigde in maart 2009; de recessie eindigde toen in juni.[vi] Maar het Amerikaanse werkloosheidspercentage begon pas in november 2009 te dalen.[vii] Eind oktober waren de Amerikaanse aandelenmarkten alweer met 32% gestegen ten opzichte van het laatste dieptepunt.[viii]
Als de economische cijfers de goede kant op gaan, zien we vaak dat men bang wordt voor een ‘dubbele dip’ – een tweede terugval die het herstel om zeep brengt. Dat soort angsten worden meestal ingegeven door het idee dat er ongetwijfeld nog een tegenslag komt, veroorzaakt door bijvoorbeeld de staatsschuld. Uit onze analyse van het financiële nieuws na de wereldwijde financiële crisis van 2007–2009 blijkt dat men in de VS nog jarenlang bang was voor een dubbele dip. Volgens veel commentatoren zou de economie weer gaan krimpen als gevolg van de hoge schuldenlast van consumenten en overheden.[ix] Die angst bleek ongegrond.
Door diverse factoren was men in 2002 ook bang voor een dubbele dip na de recessie. Men was onder meer bezorgd over de aanvankelijk zwakke groei van de werkgelegenheid en het dalende consumentenvertrouwen.[x] Als gevolg van een aantal boekhoudschandalen, zoals bij Enron, dachten veel mensen dat geen enkel bedrijf betrouwbare cijfers publiceerde.[xi] Maar die gevreesde dubbele dip is er nooit gekomen.
Ook dit keer kan de gevreesde ‘tweede tegenslag’ betrekking hebben op de schuldenlast, vooral omdat wereldwijd veel overheden met grootschalige fiscale hulpprogramma’s komen en de financiële media er steeds meer voor waarschuwen dat de bedrijfsschulden te hoog zijn. Bij Fisher Investments Nederland denken we dat de angst voor een tweede corona-epidemie, dit najaar of in 2021, ook een rol zou kunnen spelen. Beleggers die zijn voorbereid op dergelijke angsten zullen beter in staat zijn om gedisciplineerd te blijven, mocht het ooit zover komen.
Ook hebben we gezien dat men in een vroege herstelfase vaak bang is dat het herstel de vorm van een ‘L’ zal aannemen – een lichte verbetering die in schril contrast staat met de eerdere terugval, wat resulteert in een ‘L-vormige’ grafiek in plaats van een ‘V-vormige’. Na de financiële crisis van 2008–2009 waarschuwden veel deskundigen voor een L-vormig herstel omdat men vreesde dat de wereldwijde schuldenlast te hoog was.[xii]
Het L-vormige herstel bleef toen uit – en dat is meestal het geval. Japan werd ermee geconfronteerd in de jaren 1990, nadat de enorme zeepbel van de Japanse aandelenmarkt uit elkaar was gespat.[xiii] Ook de VS kreeg ermee te maken toen men na de recessie van 1937–1938 vreesde dat het beginnende herstel zou worden weggevaagd door een wereldoorlog.[xiv] Maar uit ons onderzoek blijkt dat economisch herstel veel vaker V-vormig is, dat wil zeggen dat de snelheid en de kracht ervan min of meer vergelijkbaar zijn met die van de terugval.[xv]
Maar een V-vormig herstel gaat gepaard met zijn eigen angsten. Sceptici zullen beweren dat de koersen te ver en te snel stijgen ten opzichte van de economische cijfers of de bedrijfswinsten, en dat er dus weer een terugval op komst is. Maar bij Fisher Investments Nederland zijn we tot de conclusie gekomen dat aandelenkoersen in de regel gebaseerd zijn op de toekomstige geschatte waarde van een bedrijf, terwijl winsten en economische cijfers laten zien wat er in het recente verleden is gebeurd. We vinden het dus heel normaal dat aandelenkoersen stijgen voordat er een verbetering optreedt in de bedrijfswinsten of de economische cijfers.
De scherpe en plotselinge terugval die vaak optreedt aan het eind van een bearmarkt maakt mensen bang en die angst kan nog lang aanhouden tijdens de volgende expansiefase en bullmarkt. Maar we denken dat beleggers die toegeven aan dergelijke angsten het risico lopen dat ze de vaak forse stijging aan het begin van een bullmarkt mislopen.[xvi] Op het moment dat de markten een dieptepunt bereiken, en ook daarna, worden we bestookt met angstaanjagende verhalen. Beleggers die naar een rendement op aandelenniveau streven, verhogen hun kans om gedisciplineerd te blijven en hun langetermijndoelstellingen te behalen als ze dergelijke verhalen begrijpen en de daaraan verbonden volatiliteit aanvaarden.
Fisher Investments Nederland is de handelsnaam die wordt gebruikt door de vestiging van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in Nederland (“Fisher Investments Nederland”). Fisher Investments Nederland is geregistreerd in het handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel met het ondernemingsnummer 75045486. Als de Nederlandse tak van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl, staat Fisher Investments Nederland onder het toezicht van de Commission de Surveillance du Secteur Financier (“CSSF”) en is geregistreerd bij de Nederlandse Autoriteit Financiële markten.
Dit document bevat de algemene visie van Fisher Investments Nederland en Fisher Investments Europe en dient niet te worden beschouwd als persoonlijk beleggings- of belastingadvies of als een afspiegeling van de prestaties van cliënten. Er wordt niet gegarandeerd dat Fisher Investments Nederland of Fisher Investments Europe deze visie zullen handhaven. Deze kan immers veranderen op grond van nieuwe informatie, analyses of heroverweging. Niets in dit document is als aanbeveling of prognose van marktomstandigheden bedoeld. Het is eerder bedoeld om een standpunt weer te geven. De huidige en toekomstige markten kunnen sterk afwijken van de hier geschetste markten. Bovendien worden geen garanties gegeven met betrekking tot de nauwkeurigheid van eventuele aannames gemaakt in illustraties in dit document. Beleggen op de financiële markten brengt een risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor toekomstige rendementen en geven daar geen betrouwbare indicatie van. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.
[i] Bron: FactSet, per 19/03/2020. Gebaseerd op het rendement van de S&P 500 Price Index in USD (om over een langere reeks van historische gegevens te beschikken), 1/1/1928 – 19/3/2020. Weergegeven in USD. Schommelingen in de wisselkoers tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.
[ii] Bronnen: FactSet, per 26/3/2020. Gebaseerd op het nettorendement van de MSCI Europe met dividenden. De bearmarkt bereikte op 9/3/2009 een dieptepunt.
[iii] Bron: Centre for Economic Policy Research, Euro Area Business Cycle Dating Committee, per 27/3/2020.
[iv] Bron: Eurostat, per 26/3/2020. Werkloosheidspercentage van de eurozone.
[v] Bron: FactSet, per 30/3/2020. Rendement in euro van de MSCI Europe met nettodividenden, 9/3/2009 – 30/6/2010.
[vi] Bron: FactSet, per 27/3/2020. Gebaseerd op het rendement in euro van de MSCI USA met nettodividenden. De bearmarkt bereikte op 9/3/2009 een dieptepunt. Datering van de recessie volgens het National Bureau of Economic Research, het orgaan dat de officiële datering van recessies in de VS bepaalt.
[vii] Bron: US Bureau of Labor Statistics, per 3/27/2020. Amerikaans werkloosheidspercentage, 16 jaar en ouder.
[viii] Bron: FactSet, per 30/3/2020. Rendement in euro van de MSCI USA met nettodividenden, 9/3/2009 – 31/10/2009.
[ix] “Beware the Double Dip,” Paul R. La Monica, CNNMoney.com, 18/8/2009.
[x] “Double-Dip Dread—Stocks Socked by Fears of Deeper Recession,” Beth Piskora, New York Post, 3/8/2002.
[xi] “Rumbles of Double-Dip Recession,” Ron Scherer, The Christian Science Monitor, 25/7/2002.
[xii] “Joblessness Threatens Economic Recovery Around the Globe,” Naoki Abe, Brookings.edu, 22/12/2009.
[xiii] Bron: FactSet, per 27/3/2020. Gebaseerd op het koersrendement van de Japanse Nikkei 225-index in yen, 29/12/1989 – 26/3/2020. Schommelingen in de wisselkoers tussen de yen en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.
[xiv] Bron: FactSet, per 30/3/2020. Gebaseerd op het koersrendement van de S&P 500-index in Amerikaanse dollar, 1/1/1937 – 1/1/1941. Schommelingen in de wisselkoers tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.
[xv] Bron: FactSet, per 27/3/2020. Gebaseerd op het rendement in euro van de MSCI World Index met netto-dividenden.
[xvi] Zie toelichting i.